Newmont Mining werd na de overname van Goldcorp in 2019 het grootste goudmijnbedrijf ter wereld. Het bedrijf heeft een marktkapitalisatie van $ 48,5 miljard en een geografisch gediversifieerde portefeuille van mijnen gelegen in Noord-Amerika (42%), Australië (24%), Afrika (18%) en Zuid-Amerika (17%). Het bedrijf ontgint naast goud ook in beperkte mate zink, zilver, koper en lood. Daarnaast is het de enige goudspeler met een zitje in de S&P 500. Newmont beschikt over een rigide balans met een solvabiliteitsgraad van 57%, een ratio netto schuld over aangepaste EBITDA van 0,7 x en een ratio EBITDA over interestlasten van 20. Verder beschikt het bedrijf over een liquiditeitspositie van $ 6,6 miljard bestaande uit $ 3,7 miljard cash & equivalenten en $ 2,9 miljard aan opneembare kredietfaciliteiten.
Newmont kan voor de komende 10 jaar een stabiele jaarlijkse productie waarborgen tussen de 6 en 7 miljoen ounces goud. Het bedrijf beschikt immers over 95,7 miljoen ounce aan mijnbare goudreserves, de grootste reserve in de industrie. Daarvan bevindt 87% zich in Noord- en Zuid-Amerika en Australië. Daarnaast is er een GEO-reserve van 63 miljoen ounce. Ter info: GEO is de afkorting van ‘Gold Equivalent Ounces’ en verwijst naar de bijproducten (zoals zilver, koper, zink en/of lood) die mee ontgonnen worden tijdens het mijnproces. GEO toont hoeveel die bijproducten aan de totale goudproductie (in ounces) zouden toevoegen als ze hypothetisch verkocht zouden worden om er nadien meteen goud mee te kopen. Jaarlijks zorgt dat voor ongeveer $ 1,5 miljard aan extra omzet.
Het management stelt dat ze het bedrijf runnen alsof de goudprijs vast staat op $ 1.200 per ounce, wat eerder conservatief is. Voor elke $ 100/ounce dat de goudprijs stijgt ten opzichte van die benchmark, zou de vrije cashflow stijgen met ongeveer $ 400 miljoen. De huidige (hoge) goudprijs zou dus moeten leiden tot een sterke stijging van de gerapporteerde vrije cashflow de komende kwartalen. Die zou dan aangewend kunnen worden voor verdere overnames en expansie. Tegelijk is het wel zo dat de verhoogde goudprijs de overnameprijzen opdrijft.
Het bedrijf verwacht verder dat ze de ‘All-in Sustaining Costs’ (AISC) tegen 2023 zullen kunnen verlagen tot $ 800-$900 per ounce. De AISC is een (non-GAAP-) maatstaf die in het leven werd geroepen om een beter zicht te geven op de totale kosten die gemaakt worden in de gehele levenscyclus van een mijn. Traditioneel werd er gekeken naar de ‘cash cost’, maar daarin zaten enkel kosten vervat gerelateerd aan het mijnen en verwerken van goud. De AISC houdt daarnaast ook rekening met de kosten tijdens de exploratiefase en sluitingsfase van een mijn.
Natuurlijk zijn er ook risico’s verbonden aan het bedrijf. Zo werken de hefbomen op de winsten en vrije kasstroom ook in de tegenovergestelde richting. Als de goudprijs daalt, zal de winstgevendheid met andere woorden sterk geïmpacteerd worden. Verder is het zo dat de goudprijs beïnvloed wordt door een veelvuldigheid van externe factoren die buiten de controle van het bedrijf liggen, zoals hierboven reeds besproken. Ook een verdere negatieve ontwikkeling van de COVID-19-pandemie zou ertoe kunnen leiden dat enkele mijnen gesloten moeten worden, wat zal wegen op de resultaten. Ten slotte zijn enkele mijnen gelegen in landen met hoger dan gemiddelde politieke en economische risico’s zoals Suriname, Ghana en Argentinië. Meer dan 90% van de mijnen zijn echter gelegen in landen met minimum een B-rating bij Moody’s, S&P en Fitch.
Alles samengenomen zien we Newmont Mining als een kwalitatieve speler binnen de goudsector vanwege een solide balans, sterk management en interessante perspectieven. Het siert het bedrijf ook om in een industrie die gepaard gaat met aanzienlijke veiligheids-, corruptie-, en milieurisico’s, het betrekkelijk goed te doen wat betreft duurzaamheid.
Raadpleeg de studie op dierickxleys.be voor meer informatie.